top of page

SEARCH RESULTS

58 resultaten gevonden met een lege zoekopdracht

  • Lou Van Hecke

    Als performer, schrijver, danser, publieke spreker en activist, stelt Lou Van Hecke (hij/hem) het binaire denken rond gender in vraag. Via lezingen en workshops zoekt hij naar een plaats waarin we complex mogen zijn. Waar homeostase ontstaat door de erkenning van de oneindige variabiliteit van de wereld/gender, niet uit het vastpinnen ervan. “Waarom mag de ene persoon zichzelf zijn en de andere niet? Zijn jullie dan niet luid in jullie heteroseksualiteit? Want dat is toch overal? Maar heteroseksualiteit is natuurlijk ‘onzichtbaar’ in zekere zin. Lezingen geven in kunstscholen is doorgaans makkelijker omdat daar vaker meer mensen openlijk queer zijn. Maar ook daar duikt soms geïnternaliseerde homofobie op. Sommigen zijn openlijk queer maar worden toch terughoudend als het gaat over ‘mensen die daar heel luid in zijn’. Gender wordt nog altijd te vaak begrepen en gedefinieerd volgens een enkelvoudig model.” In 1952 haalde trans vrouw Christine Jorgensens de voorpagina van de NY Daily News getiteld 'Ex-GI Becomes Blonde Beauty: Operations Transform Bronx Youth'. Kranten benadrukten haar achtergrond als voormalig soldaat en verwelkomden haar als een Amerikaanse schoonheid, waarbij haar lange benen, blond haar en trendy kleding werden geprezen. “Ze werd gezien als een symbool van Amerikaanse waarden, wat zowel bij het publiek als de pers positieve reacties opriep. Maar zes maanden later kwamen ze te weten dat Christine (nog) geen vagina had, en plotseling ‘ontstond’ er een probleem. Ze begonnen haar aan te vallen met hatelijke uitlatingen en beweerden dat ze geen echte vrouw was. Waarom worden alleen die gender identiteiten die passen binnen het traditionele binaire denken als ‘acceptabel’ beschouwd? Dat is jammer, omdat er in werkelijkheid een enorme diversiteit bestaat tussen individuen, en ook binnen mannen en vrouwen. Het is belangrijk om ruimte te creëren voor de vele unieke manieren waarop mensen hun gender identificeren en ervaren.” “Bij m’n vrienden kan ik helemaal mezelf zijn, ook de stukjes die niet voldoen aan het traditionele mannelijke. Als ik me onzeker voel in bepaalde situaties, merk ik dat ik soms onbewust overdreven ‘mannelijker’ gedrag vertoon. Hoewel ik besef dat geen enkele man zich zo gedraagt, komt het automatisch naar boven. Dan komt er bijvoorbeeld plots een ‘yo man’ uit en dan denk ik, waarom toch? Het lijkt iets waar ik weinig controle over heb.” (lacht) “Vroeger was ik een echte Belieber. (geschater). Mét Bieber flip. Ik had een uitgebreid moodboard. Heel mijn stijl was op Justin Bieber gebaseerd. Dat was voor mij een manier om via hem jongensachtig te zijn, om mezelf te zoeken. Het is niet altijd evident hoe je jezelf kunt identificeren als iemand van gemengde Aziatische afkomst. Ik heb niet dezelfde ervaring als witte of zwarte mensen, maar heb wel te maken met ‘off white' privileges. Ik begrijp hoe het is om gediscrimineerd te worden op basis van m'n huidskleur. Maar in een samenleving waarin witheid de norm is, wordt ‘off white’ zijn nog steeds als 'beter' beschouwd, dan zwart zijn.“ Ballroom ontstond in Harlem, New York, als een veilige thuishaven voor Afro-Amerikaanse Latinx queer mensen. ‘Drag Balls’, georganiseerd door de zwarte gemeenschap, waren een reactie op de racistische en vaak exclusieve 'Drag Balls’ elders in Manhattan. De ‘ballroom’ scène was in de eerste plaats een ondersteunende gemeenschap, een subcultuur rond radicale viering van identiteit en verzet tegen homofobie, transfobie en racisme door en voor BIPOC LGBTQIA+ gemeenschap. Jaarlijks worden duizenden LGBTQIA+-jongeren gedwongen om hun huis te verlaten. Ongeveer een kwart van de homoseksuele tieners die in de VS uit de kast komen, worden uit huis gezet en een derde wordt geconfronteerd met geweld door hun ouders of verzorgers. Het leven kan nog moeilijker zijn voor queer jongeren van kleur, die vaak het slachtoffer worden van rassendiscriminatie en intimidatie in scholen en gemeenschappen. Door dakloosheid lopen deze jongeren een groter risico, zoals gedwongen sekswerk en confrontaties met de politie. Getraumatiseerd, geïsoleerd en in de steek gelaten, zoeken veel van deze tieners en jongvolwassenen hun toevlucht in de legendarische Ballroom-scene in New York City. In het licht van deze uitdagingen vinden de leden van de Ballroom-scène steun bij elkaar en ontstaat er een surrogaatfamilie - met een ‘mother' en ‘father’- die radicale acceptatie belooft. “Ballroom is iets wat sowieso uit de community zelf moet komen. Ondanks de verspreiding van voguing in de mainstream is de beweging erin geslaagd om haar eigen taal en codes te behouden. Maar er zijn onvermijdelijk debatten over toe-eigening en representatie.” Ballroom heeft diverse categorieën. Die kunnen gedetailleerd zijn om ervoor te zorgen dat er voor ieder wat wils is. Voorbeelden van categorieën zijn onder andere Transman Realness, Runway, en Face. “Als de jury onder de indruk is van wat een deelnemer op de catwalk laat zien tijdens een battle, krijgt die persoon een score van ‘10s’ en komt die in aanmerking voor de volgende ronde of de overwinning.” De New Yorkse dragcompetities evolueerden van uitgebreide praal naar ‘Vogue’ battles. Vogue, vernoemd naar het modetijdschrift, omarmde poses uit de high fashion en oude Egyptische kunst. Door middel van dans en extravagante kleding lieten drag queens zien hoe gender een performance is. Destijds kon je geen auditie binnenlopen en homo zijn en de baan krijgen. Voguing was een manier om zichzelf te bevrijden toen niemand anders hen accepteerde. “Persoonlijk perform ik Old Way Vogue.” In de loop van de tijd veranderde de stijl van voguing van ‘Old Way’, die de nadruk legt op rechte lijnen, symmetrie en scherpe hoeken naar ‘New Way’. ‘New Way’ introduceerde een vloeibaarheid en flexibiliteit in voguing, ‘Vogue Femme’ benadrukt vrouwelijkheid op een zachte of net heel dramatische manier. “Ik doe ook nog ‘American Runway’. Dat is een beetje de mannelijke versie van letterlijk een modeshow walken waarbij je je outfit toont en ‘verkoopt’. En tenslotte ook ‘Transman Realness’. Het aspect ‘echtheid’ is gericht op het kunnen ‘passen’ als man, dus niet androgyn zijn. Waar een persoon zich in het sociale transitie- of medische transitie spectrum bevindt, is niet relevant. Je mag niet overperformen. Dat is echt een coole categorie. Onlangs deed ik mee aan ‘Schoolboy Realness’ waarbij het thema ‘Ken Doll’ was voor AfroPride ball van For All Queens.” "Workshops geven is mijn baan, en ik doe het graag. Helaas word ik soms pas uitgenodigd wanneer iemand uit de kast is gekomen en er iets is misgegaan. Zou het niet handig zijn als ze die informatie al van tevoren zouden hebben, zodat ze weten hoe ze kunnen reageren, in plaats van pas op zoek te gaan naar antwoorden nadat iemand uit de kast is gekomen?” “Ik was hier in de gym op de Korenmarkt, waar ik ook een paar lezingen in de buurt heb gegeven. Ik vermoed dat er twee mensen waren aan wie ik ooit een lezing heb gegeven, omdat ze plotseling begonnen te lachen. Misschien was het om een andere reden, maar het idee alleen al maakte me onzeker en onveilig. Lachen ze met me omdat ze me herkennen als trans persoon? Of doe ik iets verkeerd met een fitnessapparaat? (lacht) Dat soort situaties kunnen je soms overvallen, gelukkig gebeurt dat niet veel. En ik ga nog altijd naar de gym. Calisthenics en skill training geven me een doel en voldoening dat verder gaat dan alleen uiterlijke kracht. Ik blijf werken aan mijn vaardigheden, inclusief die langverwachte 'human flag’." Lou Van Hecke is performer, schrijver, danser, publieke spreker, activist en stelt het binaire denken rond gender in vraag. Als je hem wilt boeken als publieke spreker of kunstenaar, dan kan dat via : louvanhecke.com Instagram: @lou.vanhecke Tekst : Biem D'hondt Foto's : Marijn Achten

  • Sixtine Bérard

    Voor Sixtine Bérard is Instagram een gecureerde versie van zichzelf. Met zelfrelativerende illustraties observeert ze theater, maatschappelijke kwesties en kwetsbaarheid. Sixtine schrijft essays, poëzie en e-mails. En ze liet ons kennismaken met radicale zachtheid. “Als ik schrijf, wandelt er altijd iemand met me mee. Kennis is collaboratief, vormt zich in gesprekken en ontvouwt zich bij het luisteren. Wat ik hier ga zeggen, is niet van mij alleen. Ik bouw verder op wie voor me kwam en wie ik ontmoet heb.” “Ik vind de figuur van de killjoy feminist, zoals geconceptualiseerd door Sara Ahmed in Living a Feminist Life, enorm boeiend, inspirerend én veeleisend. Ik keer vaak terug naar Living a Feminist Life en naar het bredere oeuvre van Sara Ahmed. Misschien neigt het naar persoonsverheerlijking, maar ik zie het vooral als een theoretisch huis dat me zowel uitdaagt als troost.” “Er leeft soms de idee dat je ook moet spreken met mensen die – totaal of overwegend – niet hetzelfde denken. Dat gaat zeker op voor bepaalde zaken – kennis vloeit immers uit gesprekken voort maar ik heb geen nood om met mensen te praten die, bijvoorbeeld, seksisme minimaliseren. Het is ook belangrijk om je vaak genoeg in ruimtes te bevinden met mensen die wel dezelfde hoop en dezelfde boosheid delen. En dat is geen intellectuele luiheid, dat is zorg. Toen ik in Gent kwam wonen, kreeg ik steeds meer toegang tot ruimtes met gedeelde hoop en gedeelde boosheid, en dat was zot belangrijk.” “Na een zoveelste onschuldig bedoelde, maar best misplaatste, opmerking over mijn lichaam, deed ik op Instagram mijn “coming-out als ongelukkig persoon”. Dat was de eerste keer dat ik mijn imago van farse Sixtine die misschien wel een beetje gevoelig is maar voor de rest wel met alles lijkt te kunnen lachen aan de kant schoof. Het was vooral de eerste keer dat ik openlijk sprak over iets dat ik heel lang, met veel schaamte, wegstak.” “Ik heb een woelige puberteit gehad. Als je een underdog bent, zoals ik het was, word je sowieso lastiggevallen. Doordat ik werd gekenmerkt als ‘buiten de norm’, probeerde ik me te verhouden tot de heersende norm, of wat ik dacht dat het was. Er heerst een soort van obsessie met normaliteit en groepsstructuren in de puberteit. Die zorgt ervoor dat mensen die buiten de norm geplaatst worden een druk ervaren om zich naar de norm toe te bewegen – en daardoor vergeten dat hun noden, die misschien niet overeenkomen met de noden van die vermeende norm, ook vervuld en erkend mogen worden. Het is bevrijdend om je niet meer ex-negativo te beschrijven: als niet dit, niet dat, niet ‘normaal’. Daar ben ik in aan het groeien. “Het is interessant, ik mag dat zeggen, om te zien hoe het verwijt dat je “teveel” bent, je letterlijk kan doen krimpen. Ik kreeg mijn hele jeugd lang het signaal dat ik te luid was voor een meisje, te wild was voor een meisje, niet elegant genoeg was voor een meisje. Dat idee van sois belle et tais-toi , van behave yourself . Anorexia lijkt te gaan over uiterlijke zelfcontrole, maar het gaat vooral over ongecontroleerd innerlijk waardeverlies. Het idee dat niet mager zijn controleverlies is, luiheid is, en dat het verbonden is met het plebs, de lagere klasse, leefde heel sterk in de bourgeois omgeving waarin ik ben opgegroeid. Anorexia wordt door de associatie met een hogere economische klasse minder snel ontdekt bij mensen die niet het typische profiel hebben, wat zorgwekkend is. Ik erken wel dat er veel meer aandacht is voor anorexia dan voor andere vormen van ‘eetstoornissen’. Bovendien wordt het anorectische lichaam in de populaire cultuur weleens op een perverse manier geromantiseerd. Wellicht omdat magerte en zelfbeheersing nog steeds worden opgehemeld. Of omdat broze jonge vrouwen perfect passen in de topos van de gekwetste vrouw, voer voor paternalisten en neoliberale succesverhalen?” “Ziektes verlopen meestal niet lineair: ik ervaar het meer als een rommelige meander die sinds jaren met al mijn dagen vervlochten zit. Er is geen exact begin, geen afgebakende oorzaak en er kwam geen verlossende genezing. De laatste jaren zoek ik onbewust verhalen op die het idee counteren dat mentale kwetsbaarheden een individuele kwestie zijn, waarvan de oplossing maakbaar is en grotendeels je eigen verantwoordelijkheid. De omvangrijke literatuur over anorexia en economische klasse, feminisme, queerness doorploegen hielp me om mezelf te deculpabiliseren: iets minder denken dat het louter ‘aan mij lag’. Veel vrouwelijke intellectuelen en schrijvers kregen/krijgen trouwens te maken met anorexia. Zoals Kate Zambreno schreef in Heroines , waarin ze stilstaat bij vrouwelijke modernistische schrijvers waar het label “hysterisch” aan werd toegekend: “This idea that one must control oneself and stop being so FULL of self remains a dominating theory around mental illness, and, perhaps tellingly, around other patriarchal laws and narratives.” Sandra Lahire is een pionier van de queer cinema in de UK. In haar eerste film Arrows (1984) beschrijft Lahire treffend hoe ze gevangen zit in haar lichaam: “I am so aware of my body. It hurts... If only I was not alone in this big empty skin […]” Die zin resoneert heel vaak bij mij.” “Hoewel ik me er vaak zelf schuldig aan maak, heb ik trouwens moeite met cultureel snobisme. Ik vind het een trieste, ledige houding. De idee wordt versterkt dat je kunst moet begrijpen, dat je moet kunnen lezen wat de intertekstuele verwijzingen zijn. De entertainmentwaarde, die since forever intrinsiek verbonden is met kunst, wordt hierdoor heel vaak ontkend. De scheiding tussen hoge en lage cultuur is zeer hardnekkig – wat zich bijvoorbeeld uit in de discrepantie tussen kunstwetenschappen en media studies. Ik hou van humor in kunst, terwijl dat vaak wordt afgeschreven als gratuit entertainment of een gratuite theatrale strategie om het publiek te betrekken. Ik vind het net getuigen van intelligentie, van twijfel en afstand kunnen nemen.” Sixtine maakte het laatste jaar, naast haar deelname aan de schrijversresidentie van De Buren, furore met het concept Radicale zachtheid. “Het begon als een EHBO-gedachtenlijstje voor mezelf, om me te beschermen tegen het cynisme dat alle hoop tot verandering neerslaat. Ik wou de vraag beantwoorden hoe ik kan zorgen voor mijn omgeving, voor mezelf maar vooral hoe ik daarbij de hoop niet verlies. ‘Radicale zachtheid’ is de verkenning tussen onophoudelijk engagement en zorgzaamheid. In het centraal stellen van radicaliteit en collectiviteit kan er gezocht en gewerkt worden aan een ogenschijnlijke utopische verandering. Sixtine vertrekt van vijf premisses: Radicale zachtheid is een streven. Het erkent het belang van collectiviteit, samenspel en belichaamde kennis inzake kennisproductie. Radicale zachtheid is hoopvol. Radicale zachtheid houdt luisteren in, en het is feestelijk. Met radicale zachtheid speurt Sixtine naar “confetti in beton”. Het laat toe te streven naar een plek waarin gebotst kan worden zonder te breken. Het is bewegen en kijken, meedeinen met golven en gemoed. Het is bevlogen en hoopvol, zet aan tot je eigen soort morsige actie, je eigen klein verzetje, alleen en samen met anderen. Maar bovenal schemert er een sense of possibility in door. De mild- en tederheid wakkert een compromisloze en niet-lineaire groei aan. “Ik wilde er een poreus concept van maken, iets dat je kunt loslaten en waar je je aan kunt vasthangen. Radicale zachtheid is radicaal in de zin dat het compromisloos verzet inhoudt tegen discriminatie, macht- en ander misbruik – maar het omvat ook dat het mogelijk moet zijn om zonder schuldgevoel naar een slechte romcom te kijken in een ingezakte zetel met een pizza. Ook in stilte kan je aan een zachte wereld werken.” Instagram: @sixtine_zoalsdekapel Rekto Verso: Radicale Zachtheid door Sixtine Bérard Proclamatie Speech: Toespraak Tekst : Sofie Veramme Foto's : Marijn Achten

  • Eris

    Embracing Chaos: A Journey of Self-Discovery In a world colored by the Greek mythological concept of Eris, the goddess of discord, chaos has been an intrinsic part of her life. This is the world that our interviewee, Eris, inhabits - a realm where chaos both embraces and challenges her existence. Underneath their struggle with self-identity, depression, and drug induced escapism lies her fight to embrace the complexities and contradictions of life. We met at ‘de tuin van Kina’. Snails were hiding in their shells and even the frogs were looking for dry land. Yet even in the grayest of times this little sanctuary whispered secrets of solace. Slowly the Araucaria Araucana unveiled another solitary form. Eris, long and lean, flowed towards us. They reluctantly embrace the essence of ambiguity, acknowledging that while they possess some answers, not all answers are readily available to them. “I always reside within the realm of uncertainty. I can never truly, genuinely say yes or no to something - of course, racism and discrimination are always a no - as numerous aspects of my life are accompanied by profound doubts. Chaos.” Her quest for authenticity is both liberating and challenging - a dance between self-expression and the happiness of others. “I possess a clear understanding of my convictions, yet frequently place the happiness and satisfaction of others over my own, sacrificing a part of myself in the process. Being of service. Although I don't necessarily perceive myself that way.” Eris, a name carefully chosen, derives from the Latin verb 'esse' meaning 'to be.' In the film Sinbad, a powerful goddess Eris - dressed in her favorite color, purple - emerges as the antagonist, an ever-evolving force that pushes the boundaries of her existence. Eris also holds significance as the name of a dwarf planet located in the Kuiper Belt of our Milky Way, located in the outskirts of our solar system. The discovery of Eris sparked a reclassification of what constitutes a planet, ultimately leading to the demotion of Pluto as a dwarf planet. “These meanings deeply resonate with me. I often feel like an outsider both within society and in the broader scope of my endeavors. The truth is, I’m uncertain about my path and purpose. I simply strive to navigate this journey of self-discovery and being.” "I always seek out boundaries, pushing the limits of what is socially acceptable but still within the realm of okay. In Berlin, I found myself immersed in such a boundary-pushing environment, within the queer porn scene. Collaborating with the magazine Pornceptual allowed me to express my artistic vision on fluidity of identities and bodies. The freedom to transcend one single label or category. I embraced the ever-changing nature of my identity, constantly evolving and reshaping itself. The porn in the magazine is aesthetic and erotic rather than purely sexually objectifying. And it’s very inclusive.” “Berlin became a catalyst for my exploration, but it's an ongoing journey. I was more free from the shackles of queer phobia and societal constraints. Yet within this realm of boundlessness I’ve come to appreciate certain self-defined limits. It‘s a place where one can delve into the depths of their desires, where the freedom to be who you truly are blurs the lines between self-discovery and self-destruction. There’s definitely a darker side to self-definition. Defining myself would limit my growth, but at the same time, it would provide answers to my constant wandering. Feeling lost is a struggle for me, and I often rely on coping mechanisms like drugs as an escape. I’m not doing so well, so I’m seeing a psychologist to confront and heal from traumas, with the ultimate goal of reducing my dependence on substances and to alleviate the burden of guilt when I use.” “In the past, I was involved with OnlyFans, where I would express myself through movements and actions with my body, sharing and exhibiting pleasure to others while receiving financial compensation for it. Queer porn is liberating for me because that's where I feel I can expand who I am. It's the aspect of being queer that I find most exhilarating - the ability to explore and express my sexuality. Although being queer is not the easiest thing. The challenge doesn't actually stem from queerness itself, but rather in the societal environment that constructs a distorted perception. It's a challenge that I've internalized, making me believe that I am the problem. It's akin to an inferiority complex. I’m actively working on not feeling worse about myself. I am committed to maintaining both vulnerability and clear boundaries, choosing not to reflect my internalized pain onto straight individuals - once again. Such actions offer no solution and only serve to deepen the rift between my pain and their misconceptions. Try to remain kind, but know when to step back if the world becomes too harsh to bear.” Eris’ journey towards self-discovery is not a linear path. It is a tapestry woven with experiences, emotions, and revelations, where chaos and order intertwine. She reminds us that true liberation comes from accepting and celebrating the multifaceted nature of our existence - the shadows and the light, the chaos and the order. Instagram : @theholyjane Tekst : Biem D'hondt Foto's : Marijn Achten

  • Mats Bonneure

    Mats’ verhaal begint met een jeugddroom - het verlangen om een plek te creëren waar hij zich kan thuisvoelen, waar iedereen gewoon mag zijn. Geen rare blikken. Geen oordeel. Én waar je zonder vergrootglas het veganistische aanbod kunt terugvinden. Sprout Brugge (queer bar, vegan food & drinks) wordt in juli één jaar. Terwijl queerness diep in ons DNA begraven zit, is veganisme een bewuste keuze. Onderzoek suggereert dat zelfbenoemde niveaus van traditionele mannelijk -en vrouwelijkheid ons vleesconsumptie gedrag verklaren. In die zin trekt veganisme vooropgezette ideeën over wat een ‘juist' dieet inhoudt in twijfel en daarmee ook hoe het leven op de ‘juiste’ manier geleefd wordt in hedendaagse westerse liberale samenlevingen. Veel queers zijn vegetarisch of vegan. Dat zou een indirecte relatie kunnen betekenen waarbij de mensen die hun seksualiteit buiten heteroseksualiteit overwegen, ook kritischer en zorgvuldiger kunnen nadenken over hun voedingskeuzes. Eerst praten we over vroeger, over die kolk van radeloosheid die iemand kan overspoelen. Hoe je soms in het duister tast, geconfronteerd met je eigen blindheid. Over onontkoombaar verlangen, wars van eigen beperkingen. En we praten over dat moment waarop je jezelf het kwetsbaarst voelt - een tijd waarin je jezelf afvraagt of iemand anders ooit hetzelfde gevoeld heeft als jij. Het is een moment waarop je je alleen voelt in je pijn. “Als kind besef je nog niet alles in het leven. Er zijn emoties, gevoelens en gedachten die je nog niet kunt plaatsen. Ik voelde me nog niet ingeklemd. Broeken dragen, petjes opzetten en spelen met jongens. Zolang ik deze dingen kon blijven doen, was er voor mij geen probleem. Tijdens de puberteit komt de wereld aankloppen en zie je ook hoe hard je gesocialiseerd wordt. Het besef komt langzaam maar zeker, dit is niet wie ik ben en het klopt niet met wie ik wil zijn. De (buiten)wereld stopt je in een hokje, waar je niet mee akkoord gaat. Het voelt als een last die op je schouders wordt gegooid. Je wilt jezelf zijn, maar je weet niet hoe. Ik zat een hele tijd vast in een depressie, zonder dat ik het doorhad. Er was altijd een bepaald gevoel aanwezig in mijn leven, maar ik wist niet beter. Ik dacht dat dit het leven was, dat iedereen zich zo voelde. Ik voelde me niet gelukkig, maar dit was de enige emotie die ik kende. Het was een constante schaduw die me achtervolgde, altijd aanwezig maar nooit echt op de voorgrond. Het is pas na mijn transitie dat ik besefte dat het leven zoveel meer te bieden had. Zonder twijfel kan ik zeggen dat als ik niet in transitie had kunnen gaan, ik hier nu niet meer zou zijn. Dit voelt als het ontwaken uit een lange, donkere droom. Alsof die last van mijn schouders werd genomen en ik voor het eerst kon ademen. Voor mijn transitie was er iemand die m’n innerlijke strijd opmerkte. Deze persoon leek door mijn masker heen te kijken. Ik weet niet zeker of ik daar zelf toe in staat zou zijn geweest. De vraag die deze persoon stelde, "Zou het kunnen zijn..." was precies wat ik nodig had - het was een moment van openbaring, ik zat vast in een kooi en kreeg plots de sleutel. Door simpelweg te suggereren dat er iets aan de hand was, kon ik mezelf eindelijk bevrijden. Nog zo’n scharniermoment was toen ik anderen hoorde spreken over hun transitie en besefte dat zij exact beschreven wat ik voelde. Om te weten dat ik niet de enige was. Ik voelde me verbonden met deze mensen, ondanks het feit dat ik ze niet kende. Het was een keerpunt in mijn leven - die representatie. Ik begon te geloven dat er hoop was en wegen om hiermee om te gaan. Ik hoefde deze strijd niet langer alleen te dragen, en dat was een enorme opluchting.” Gebrek aan representatie beïnvloedt het zelfbeeld, de identiteitsontwikkeling en perceptie door anderen. Het is moeilijk om te zijn wat je niet kunt zien. Queer personen hebben door sociale media de mogelijkheid gekregen om contact te leggen met gelijkgestemden en steun te vinden. Positieve queer representatie in media heeft bijgedragen aan verandering van de publieke opinie over queer rechten. Onderzoek toont aan dat vroege blootstelling aan queer personen tolerantie stimuleert. Representatie is belangrijk, maar kan ook bijdragen aan stereotypering als het oppervlakkig of niet representatief is. We praten over Mats’ transitie, de uitdagingen van verandering. Over je leven (en je piemel) in eigen handen te kunnen nemen. Vóór januari 2018 moest je voor de aanpassing van de geslachtsregistratie bij wet het hele parcours afleggen. Borstverwijdering, hormonen en geslachtsoperaties. Nu is dat niet langer een voorwaarde, om hormoontherapie te nemen of een genderbevestigende operatie te laten uitvoeren. Je doet aangifte met een verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Er zijn geen attesten meer nodig van een arts, psychiater of psycholoog (met uitzondering van minderjarigen). De registratie van 'X' of geen registratie op de identiteitskaart is tot op vandaag onmogelijk. Er zijn beleidsnota’s die de regering in 2022 bij de Kamer indiende om het geslacht op de identiteitskaart volledig te schrappen. Achterliggend zou het geslacht nog steeds geregistreerd worden als element van burgerlijke staat. “Ik was al overtuigd vanaf het begin. Ik wist dat ik alles wilde laten doen, ook al vond ik het idee vies dat iemand anders voor mij bepaalde wat er allemaal moest gebeuren voordat ik officieel 'man' mocht worden genoemd. Ik wilde de volledige transitie doormaken, inclusief de falloplastie, dus ik wou sowieso ook m’n baarmoeder en eierstokken laten verwijderen. Hoe verder ik ging in m’n transitie, hoe meer m’n dysforie zich verplaatste naar hetgeen nog niet ‘in orde’ was. M’n top surgery voelde zodanig naturel dat ik niet eens een echt ‘wow moment’ had. De euforie daar was eigenlijk de afwezigheid van dysforie. De vraag die me bijna altijd gesteld wordt, is of ik zelf mag kiezen hoe groot m’n penis dan is? Het antwoord is nee. Het belangrijkste is eigenlijk de lengte van de plasbuis, omdat hierbij de meeste complicaties kunnen optreden. Hoe langer de plasbuis moet zijn, hoe groter de kans op complicaties. Dus de chirurgen proberen ergens een geschikte grootte te vinden die bij je past en tegelijkertijd de risico's minimaliseert. Ik ben tevreden (lacht). Voel ik me nu helemaal man? (voelt aan z’n baard) Ja, maar ik weet niet of ik aan het uiterste einde van het spectrum sta. Voor mij is het trans gedeelte belangrijk, het maakt deel uit van mijn identiteit, ik zou niet dezelfde persoon zijn als ik als man geboren was. Soms vind ik het zelfs ongemakkelijk als cis mannen ervan uitgaan dat ik helemaal bij hen hoor en op een bepaalde manier met mij praten. Maar meestal voel ik me comfortabel genoeg om te vertellen dat ik trans ben.” Instagram : @sprout_brugge en @matsbonneure Tekst : Biem D'hondt Foto's : Marijn Achten

  • Lena Meyskens

    Ze schenkt zelfgemalen koffie in een kleurrijke mok en biedt me een dekentje aan terwijl kater Findus zich op haar schoot nestelt. Lena Meyskens weet hoe ze haar gasten welkom doet voelen. Toegegeven: tussen haar queer boeken, de feministische kunst aan haar muur en de quaint kerstversiering voelde ik me meteen thuis. Dit is het huis van een queer dramaturg en leraar. Maar daar moeten we het niet over hebben, toch? “Queer of lesbisch zijn is gewoon een Zijn, een gegeven en niet meer dan dat. Ook straight is een Zijn, maar het grote verschil tussen de twee is dat de maatschappij het ene als vanzelfsprekend beschouwt, terwijl het andere op weerstand botst. Vooral op het vlak van representatie is het jammer dat het queer-zijn in vraag wordt gesteld. Het zou zoveel makkelijker zijn als verschillende zijnsvormen naast elkaar zouden bestaan in de verhalen waar kinderen mee opgroeien. In verhalen die gaan over grote dingen als liefde, rouw en geluk, zouden ze moeten zien dat er oneindig veel mogelijkheden zijn om mens te zijn.” Idealiter moeten we de verschillen niet benadrukken, maar daar zijn we nog niet. We moeten eerst uiteenlopende mogelijkheden tonen en bespreekbaar maken. Dat probeert Lena te doen in verhalen, maar ook daarbuiten. Samen met psychologen, kinesisten en andere zorgverleners zet ze zich als leraar aan een BUSO-school in voor haar leerlingen. “Als personeel vormen we een soort community die niet steunt op één gemeenschappelijk identiteitskenmerk. Het gaat niet over het individu – wel over de leerlingen als individu, maar niet over ons ‘ik’ – en dat is ook enorm bevrijdend. Het draait om dienstbaarheid, zo goed en zo kwaad als je kan alles doen om een situatie te verbeteren. Die collectieve zorg is iets wat aan het verdwijnen in de maatschappij.” Een groep die zich voor één doel inzet, overstijgt onderlinge verschillen. Ook sommige gelijkenissen worden dan minder relevant: een gedeelde identiteit is plots minder belangrijk dan zorg voor de groep. Door los te komen van een essentialistische visie wil Lena haar wereld vergroten. “Als je je enkel omringt met mensen die vinden wat jij vindt, ga je de wereld anders zien. Je kan het vergelijken met algoritmen, die de indruk geven dat de hele wereld denkt zoals jij. Dat is heel gevaarlijk, want daardoor wordt je wereld steeds kleiner, terwijl het volgens mij net de bedoeling is dat je wereld groter wordt. Idealiter slaan we bruggen in plaats van constant op zoek te gaan naar bevestiging voor onze eigen ideeën. Zulke dingen leer je door naar elkaar te luisteren, niet door weg te rennen wanneer je merkt dat je het niet eens bent. Dat laatste zorgt voor segregatie. Je kan niet zomaar in tegenovergestelde hoeken van de kamer gaan zitten of alleen maar aparte cafés en scholen bouwen. We moeten werken aan onze safer spaces, maar we moeten die spaces ook verbinden. Hoe moeilijk het ook is, we moeten bruggen blijven bouwen en gesprekken blijven voeren.” Gesprekken voeren. Net dat is een struikelblok in de opera, die andere wereld waarin Lena professioneel actief is. “Drag en opera zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar dat lijkt de operawereld te ontkennen. Nochtans is opera inherent queer en draggy. Denk maar aan de mannen die vrouwenrollen vertolken of de extravagante klederdracht. Dat is niet alleen zo in Griekse stukken uit het Westen, maar ook in Chinese Opera en in Japans dansdrama bijvoorbeeld. Het is iets van overal en alle tijden, maar opera is tot zo’n elitaire kunstvorm verheven dat ze dat aspect liever verbergt.” Liever dan discussies uit te lokken, benadrukt opera haar lange geschiedenis. Vorm gaat boven inhoud. “Opera is de enige theaterkunst die oude stukken onveranderd en onkritisch opvoert. Neem nu Don Giovanni . Die begint met een verkrachting, maar dat wordt zelden zo gepresenteerd. De scène wordt opgevoerd achter de coulissen, maar de partituur en libretto zijn heel duidelijk: dit is een verkrachting. Hoewel de vrouw voortdurend ‘nee’ zegt, worden Don Giovanni’s handelingen afgedaan als een mislukte flirt. Ik snap niet dat theaterhuizen elk jaar weer pronken met een nieuwe mise-en-scene van een stuk met een verkrachting. Dat kan niet in deze tijd, maar iedereen slaat daar de ogen voor neer.” Lena niet. Zij wil het hebben over inhoud en referentiekaders openbreken. Op het podium doet ze dat met drag als wapen. “Drag is ‘crossdressing for the stage’ en altijd subversief. Die definitie impliceert een binair kader, maar dat betekent niet dat drag binair denken versterkt. Drag is hyperbolische expressie en stelt zo categorieën ter discussie. Er zijn zelfs dragperformances die verder gaan. De Drag Things uit Vancouver bijvoorbeeld, is een non-binair gezelschap met een achtergrond in de podiumkunsten. De leden voelden zich niet gerepresenteerd in het repertoire dat ze opvoerden en besloten hun eigen personages te creëren. Het resultaat is iets nieuws wat niet meer refereert aan vrouwelijkheid of mannelijkheid. Door categorieën te tonen, ter discussie te stellen én los te laten kan je echt verbinden.” Lena Meyskens is dramaturg, researcher, teacher en professional lesbian. Instagram : @lena_meyskens Tekst : Nele Janssens Foto : Marijn Achten

  • Lien De Ruyck

    Lien | Sonderling en wij spreken af in O.666 in Oostende. Lankmoedig staan we stil voor een open sluisbrug terwijl de tijd hinderlijk snel voorbij tikt. Tot we in de file achter ons ‘de Lada’ ontdekken en op dat exact moment een berichtje krijgen dat ze wat later zal zijn want, die brug. O.666 is eigenlijk gesloten, maar we worden toch joviaal verwelkomd. Door het raam flikkeren de silhouetten van boten en industrie. Buiten schijnt de zon. Dit is @sonderling.be , toekomststrateeg. Het is de eerste keer dat ik mee mag reizen met een time traveler. We praten over toekomstgeletterdheid, Schrödingers kat, ‘omgekeerd’ dictatorschap -dat is voor een volgend interview- en het crashen met haar Royal Enfield Bullet op de Rohtang Pass. In haar boek ‘Off-Grid Adventures’ lees je over haar avonturieren, weg van het ingesleten pad. En nee, de titanium plaat in haar arm doet de screening detector op de luchthaven niet afgaan. ’Ik ben creatief strateeg en toekomstonderzoeker. Als mens hebben we de neiging om de toekomst als hele kleine variaties van het heden te zien. Onze verbeelding wordt beperkt door onze persoonlijke veronderstellingen en sjablonen van hoe de wereld werkt. Grote veranderingen komen vaak tot stand door vele kleine ingrepen, met een onzichtbare aanloop en belangrijke nazorg. Ik wil deel uitmaken van de volgende verandering en wil als padvinder de mogelijkheden exploreren. Als kind was ik liever onzichtbaar en wou ik vooral geen conflict veroorzaken. Maar soms moet je je mond wél opentrekken want als je zwijgt, verandert er niets. Ik wist op voorhand dat m’n coming out moeilijk zou zijn, dus heb ik gewacht tot ik op kot zat. Na m’n coming out viel het heteronormatieve kader weg. Maar wie was ik dan eigenlijk wél? Niemand verwachtte nog die standaard dingen van me dus dan heb ik het maar in het extreme getrokken. Ik zie het leven als een soort van ‘wat als?’ of ‘waarom niet?’. Daardoor is mijn verhaal is nu helemaal abnormaal. (Lacht) Waarom zou ik niet zelf naar de Zuidpool kunnen reizen, waarom zou ik niet zelf kunnen kiezen hoe de toekomst eruit kan zien? Rutger Bregman schrijft dat we allen de morele ambitie hebben om te beslissen waarin we exact onze tijd, energie en middelen gaan investeren. Je kunt toch niet anders dan voorbij die holle jobs? Vanuit m’n achtergrond als communicatiestrateeg leerde ik behavioral design toepassen. Wat doe je met die kennis? Zorgen dat er meer auto’s verkocht worden? Dan investeer ik mijn creativiteit liever in gezondheid, mobiliteit en duurzaamheid. Als je een goeie interventie wilt ontwerpen dan moet je in principe 7 generaties verder denken. Regeneratie is de term die ik gebruik bij lezingen omdat die voorbij duurzaamheid gaat. Duurzaamheid is schadebeperkend, regeneratie is herstellende groei. Dan ben je meteen ook uit die (de)growth discussie, gaan economische groei en effectieve milieubescherming samen of niet? Herstelgroei gaat over regeneratieve landbouw, schonere lucht, groei van leven. Het gaat over de ‘zoöperatieve’, waar zelfs de belangen van de zee een plaatsje aan de bestuurstafel krijgen, naast een ‘coöperatieve’, waar de mens centraal staat. Tot nog toe hebben we vooral naar de afgrond gekeken. Maar je moet voorbij de bocht durven dromen ook al zie je niet wat daarachter ligt. Waarom slagen we daar zo moeilijk in? Ik probeer het dominante narratief te verbreken door het alternatief aantrekkelijker te maken. Niet door bommen te gooien maar door nieuwe deurtjes in hoofden open te zetten. Je probeert duidelijk te maken dat dé toekomst niet vastligt. Dat er nog tal van opties zijn. Pas als er genoeg mensen anders denken moet de markt mee verschuiven. Ik hou ervan als dingen op hun kop gezet worden en er ruimte is om te experimenteren. Soms kan ik behoorlijk obsessief zijn als ik iets in mijn gedachten heb. Ik verdiep me dan volledig in wat ik wil bereiken. Als freelancer kan ik makkelijker spontaan een zijweg inslaan om dichter bij mijn doel te komen. Tijdens de gesprekken bij Sea Women Expeditions, de vrijwilligersorganisatie van vrouwen die zich inzet voor het herstel van het oceaanleven (Lien is er tijdens een poolexpeditie gaan snorkelen tussen orka’s), vroegen ze me hoe comfortabel ik was in open water met grote dieren. Ik zei ‘ça va’ maar ik had nog nooit in m’n leven gedoken of met grote zoogdieren gezwommen! (Lacht) Daarna ben ik nog snel met een drysuit in het zwembad van Merelbeke gaan oefenen, maar ik wist in mijn hoofd dat ik die mentale klik wel zou kunnen maken. Omdat ik aan de mooie kanten van die dieren denk. Niet aan het gapend gat van de oceaan onder me. En ja, ik heb zwaar last van het imposter syndroom. (Lacht) Die momenten van opperste kwetsbaarheid en onzekerheid, die schrik ‘om door de mand te vallen’. Toch durf ik steeds vaker ruimte in te nemen, als dat een verschil kan maken. Met regeneratie naar bedrijven trekken is niet de meest conflictvrije keuze voor een conflictvermijder. Maar mijn visie mag ook bestaan, naast alle andere. Lien De Ruyck is de auteur van het boek : 'Off-Grid Adventures', reiziger, toekomst- en regeneratiestrateeg. Ze heeft ook een 2 wekelijkse nieuwsbrief, inschrijven kan via : www.regenerativefutures.eu Instagram : @sonderling.be Tekst : Biem D'hondt Foto : Marijn Achten

  • Kim Note & Maria Kleopatra

    ‘Eens op een avond, had ik een hotelkamer geboekt om af te spreken met een mysterieuze man. We kenden elkaar amper, maar de vonk tussen ons was meteen voelbaar. “Kleed je maar uit.” Mijn hart begon sneller te kloppen terwijl ik keek naar hun weelderige vormen. "Misschien moet je onder de tafel gaan liggen," fluisterde ik met een ondeugende glimlach. En zo begon ons sprookje…’ Aan het woord is fotograaf Kim Note s over haar eerste echte ontmoeting met queer model en DJ Maria Kleopatra . Wat volgt is geen love affair maar een creatieve uitwisseling die ondertussen al meer dan 10 jaar duurt. Kim's aandacht voor haar subject maakt haar tot een verleidelijke verteller. Haar beelden lezen als een liefdevol genot. Zacht en ruw, met een esthetische beheersing en precieze vormgeving van primitieve kracht. En een kritische houding tegenover de eigen tijd. Alle wegen erheen kronkelen, alle paden ernaartoe zijn smal. ‘Het ergste in de wereld is de onverschilligheid van mensen tegenover het lijden van anderen. Dat zorgt ervoor dat ik wil opkomen voor die ander. Het raakt mij enorm, hoe lastig het kan zijn als je niet past binnen de heersende normen. Ik probeer zo weinig mogelijk te categoriseren. De wereld is al zo grijs, zo gelimiteerd. Hoe kun je toch zo veroordelend zijn? Ik wil verscheidenheid, veelheid.’ ‘Mijn fotografie is een zoektocht naar zachtheid en schoonheid, naar beelden die dat grijze wereldje net dat extra beetje zuurstof geven. Extra ademruimte aan het aardse bestaan. Niet zozeer dat alles mooi moet zijn, maar de esthetiek van het verhalende, de mogelijkheden. Ik probeer zoveel mogelijk mensen te fotograferen die zich ‘ergens’ op het spectrum bevinden. Dankzij Maria is die zoektocht in een stroomversnelling geraakt. Als we afspreken dan komen de ideeën vanzelf, we gaan nooit bewust op zoek gaan naar een project, wel naar tijd om het uit te werken.’ Samen maakten ze een reeks over archetypes in sprookjes; de heks, de stiefvader, de koningin, prinses, derde zoon,.. ‘We kozen welk model we op welke plaats zetten zodat ze zich thuis konden voelen in het personage. De derde zoon en de prinses zijn twee non-binaire modellen. Die hebben we gespiegeld, met bijna dezelfde styling, dezelfde make-up. Je weet eigenlijk niet wie nu de prinses en wie de derde zoon is. Voor het herderinnetje en het beest werkten we met één model die beide rollen speelde. We spelen niet alleen met gender maar ook met de dichotomie tussen goed en kwaad.’ Maria vertelt dat ze dankzij die sprookjesreeks gastcuratoren zijn voor ‘Queer Was Here • Arts Festival’ voor Musea Brugge. Met een queer art expositie, waaronder 6 werken van @CavalierQueer, en een kalender vol lezingen, debatten, sessies en feesten in en rond Salon Arents gaan ze het gesprek aan over de (onder)representatie van LGBTQ in musea. Neonlichten, drag queens en debatten op het scherpst van de snede. ‘Het cabaret, dat is mijn dada op de laatste avond,’ vertelt Maria, ‘dat is een feestje, zeveren tegen het publiek. Iedereen denkt dat het een act is maar eigenlijk ben ik gewoon zo. Ik had ooit een cabaret avond waar ik een slow strip deed. Dat ga ik nu niet doen want de outfit die ik heb is te pretty om uit te trekken. ’Het leuke aan het festival is dat we er vrij nepotistisch mee om kunnen gaan. Maar ik vind het op zijn minst even boeiend dat we heel veel mensen een kans kunnen geven om in de spotlight te staan. Ongeveer de helft van de kunstenaars kenden we al, en het was ook leuk om nieuwe mensen te ontdekken. De steun die we krijgen vanuit het museum is super, de support, de samenwerking, de promotie.’ Kim: ‘Heel onze tentoonstelling is opgebouwd rond esthetiek en wat wij mooi vinden dus het representeert echt ons idee. Die nadruk op esthetiek wordt niet overal geapprecieerd. Daarom voel ik me als kunstenaar niet altijd op mijn plaats in de queer arts. Maria: ’Er heerst een bepaalde tendens die niet aansluit bij wat wij maken. Maar je moet je niet gaan aanpassen omdat het even niet modieus is. Als je geluk hebt dan komt het terug in mode. Of je zorgt er zelf voor. Die maakbaarheid is belangrijk.’ Kim Note is fotograaf en therapeut. Maria Kleopatra is model, DJ en artlover. Samen presenteren ze ‘Queer Was Here • Arts Festival’ voor Musea Brugge in maart 2023 Instagram : @kimmnote en @maria.kleoptra Tekst : Biem D'hondt Foto : Marijn Achten

  • Anne Kuit

    We waren erin geslaagd om een gaatje in onze agenda's voor elkaar vrij te maken, maar waar we precies hadden afgesproken, waren we vergeten. Toen ik Anne vond in het Gentse Floeren Foefke  realiseerden we ons dat we elkaar eerder ontmoet hadden. Het is natuurlijk niet zo vreemd dat Anne Kuit bekend voorkomt: ze is publiekswerker, theatermaker en -docent, geeft workshops over genderinclusieve communicatie en regisseerde en presenteerde haar monoloog LEO tijdens het Antwerpse Queer Arts Festival.   Wie Anne niet kent herkent misschien Young Leo, haar dragking alter-ego dat met een glitterbaard gendereuforie belichaamt. Ik draag doorgaans minder glitter, maar mijn vissentatoeages deden bij Anne wel een belletje rinkelen. “Die tattoos komen me bekend voor! Misschien omdat ik overal vissen zie sinds ik aan mijn voorstelling werk. In mijn monoloog Leo heb ik het onder andere over het diepzeeleven, dat altijd al queer is geweest. Je zou kunnen zeggen dat de queergeschiedenis daar begint. Toch bekijken we die geschiedenis meestal vanuit het perspectief van de mens. We hebben het over Stonewall en Sappho, maar de queergeschiedenis begint waar het leven begint: in de diepzee. Dat vind ik er het mooiste aan, maar ik vind het ook gewoon leuk dat allerlei zeedieren zich queer gedragen, zoals zeekatten die crossdressen of rifvisjes die genderbenden. Maar pas op; het is soms gevaarlijk om de natuur aan te halen als emancipatiestrategie. Dat geeft ook ruimte voor het argument dat lgbtqia+ zijn gerechtvaardigd is omdát het natuurlijk is, maar dat zet juist ook de deur open naar argumenten als “trans-zijn is voor mensen onnatuurlijk, want die vissen veranderen uit zichzelf, terwijl veel mensen er een chirurgische ingreep voor nodig hebben.”” Ik kijk naar de lantaarnvis op mijn onderarm en we vragen ons af of die chirurgische hulp zo tegennatuurlijk is. Met zo’n ingreep veruiterlijken individuen immers hun identiteit of liever, hun natuur. Dat doen we voor onszelf, maar vooral om gezien en behandeld te worden als wie we zijn. Misschien is dat waar we verschillen van vissen: om onze natuur te kunnen beleven, moeten wij die laten voldoen aan de verwachtingen en normen die onze soortgenoten hanteren. Daar zijn vissen niet mee bezig. Anne wel? “Mijn queeridentiteit is betekenisvol, maar de betekenis ervan is inderdaad afhankelijk van de context. Ik vind mezelf bijvoorbeeld geen statement, maar soms wordt mijn “zijn” tot statement gemaakt omdat mensen er iets van vinden. ’s Ochtends sta ik natuurlijk niet zo op. Als ik echt iets wil overbrengen, doe ik het in mijn werk als theatermaker. De monoloog LEO focust bijvoorbeeld op gendereuforie.” “Het dominante narratief over transpersonen heeft veel te maken met dysforie: ‘die voelt zich niet goed, gaat in sociale en/of fysiek transitie, voelt zich daardoor beter.’ Voor mij bestaan dysforie en euforie echter naast elkaar. Het is geen of-of-, maar een en-enverhaal. Dysforie hoeft bij mij niet altijd opgelost te worden. Soms ervaar ik ze gewoon even en ga ik verder met mijn leven. Die erkenning is misschien nodig om gendereuforie te ervaren. Ik focus in mijn voorstelling op euforie door dat en-enverhaal te vertellen en ook het plezier van queer-zijn te tonen. Door die glitterbaard van Young Leo bijvoorbeeld.” De focus op gender en gendereuforie is nodig om tegenwicht te bieden aan negatieve verhalen over queer-zijn, maar zoals Anne in de diepte kijkt om de queergeschiedenis te vatten, zo kijkt ze ook om zich heen om queer-zijn en de wereld beter te begrijpen. “Ik wil niet altijd en voor altijd praten over queerness. Het is iets waar ik nu mee bezig ben en wat nu aandacht nodig heeft, maar ooit zal ik erover uitgesproken zijn. Er zijn ook dingen die zich ondertussen meer opdringen, zoals de klimaatcrisis. Dat kan ik gewoonweg niet negeren. De context, de veranderingen in de wereld, de urgentie bepalen wat ik maak. Queer-zijn zal daarin altijd bestaan, maar niet voor altijd de boventoon voeren.” Anne Kuit is publiekswerker, theatermaker en docent, geeft workshops over genderinclusieve communicatie en presenteert de monoloog LEO op 1 maart in Theater Tinnenpot Gent en op 31 maart op NIGHTWATCH FOMU, Antwerpen. Instagram : @anne_kuit Tekst : Nele Janssens Foto : Marijn Achten

  • Annalise Nwamaka Delbouille

    Annalise waait Rokko binnen. Met sporen van glitter op hun gezicht en een innemende hese stem vertelt ze over haar zware nacht. Het is voor ons beiden vroeg, maar er is koffie en er zijn boeken, en meer dan genoeg gespreksstof. We weten niet meer waar we elkaar voor het eerst hebben ontmoet. Ergens in het Gentse activisme waarschijnlijk, misschien op een @meldet betoging, misschien al eerder. Annalise is vuurwerk en wervelwind tegelijkertijd, en iedereen rond hen zal het geweten hebben. “Ik ben de enige geregistreerde psycholoog in België die een X heeft aangeduid. De enige. Hoe kan dit? Ik wil gesprekken voeren met hulpverleners over wat diversiteit en inclusie betekent in hun instellingen. Hoe voeren zij dat door? Hoe zorgen zij voor een evenwicht? Ik wil dat echt mee vormen geven. Na mijn stage had ik een kritische tekst geschreven en mijn stagementor was op de tenen getrapt. Maar ze las de tekst opnieuw en begreep de vraag naar verandering. Ze zullen er mee aan de slag gaan. Veel mensen zeiden ook dat ze voelden dat de tekst uit een kwaadheid geschreven was. Maar mag ik hier dan niet kwaad om zijn? En het werkt wel, want mensen luisteren uiteindelijk. En dat vind ik mooi. Dat het die impact kan hebben. Je kan niet blijven wachten op verandering. Dat is wachten op Godot. Als we moeten wachten op de diversiteitscharters, zit Filip Dewinter in de aula, elke dag. Dus ja, soms moet je het zelf doen. Veel van wat ik doe vertrekt vanuit een persoonlijke subjectieve nood. Ik noem mezelf ook nooit activist omdat ik niet anders kan dan actievoeren. How else am I going to live in this world? Ik kan niet niet bezig zijn met politiek. Ik ben zo vaak the odd one out. Maar ben ik de rare of zijn zij die deze maatschappij op deze manier kunnen verdragen raar? Ik vind het heel interessant hoe de marge zich tot het midden verhoudt. Er zijn de Alltagsmenschen die niet moeten stilstaan bij wat er gebeurt. Mensen in de marge hebben die luxe niet. Als zij geleefd worden, voelen ze zich niet goed. Ze kunnen daar niets mee, die willen hun eigen leven kunnen bepalen, ook al wordt dat niet algemeen geaccepteerd. In de marge ontstaan ook sneller communities en die staan in schril contrast met het individualisme van de algemene maatschappij. Ik begrijp niet goed hoe mensen niet naar elkaar kunnen omkijken, geen goeiedag zeggen op straat. Dus ben ik veel liever in de marge, waar we voor elkaar zorgen, en elkaar dingen bijleren, en een passie hebben, en die ook willen overdragen. Drag in België is zo. Dat is community. Dat is @veronika.deneuve die mij uitnodigt en zegt dat ik al haar make-up mag gebruiken en wil tonen hoe het moet. Dat is elkaar podiumkansen geven. En dat is niet kapitaliseren op dat fenomeen. Dit is zo hard in de marge ontstaan, door mensen die nergens anders de kans kregen om zichzelf te zijn. En nu is dat, onder ander door Ru Paul’s drag race, zo in de mainstream terecht gekomen. Kapitalisme zorgt ervoor dat alles, ook wat in de marge leeft, moet worden ingezet om het grote geld te dienen. Drag is ook iets therapeutisch hè. Die hele transformatie, het onderzoeken wat gender precies betekent. En hoe je je dan voelt bij hoe je er uit ziet. Dus ja, ik wil daarmee aan de slag gaan. Dat en nog duizend andere dingen waarmee de klassieke manier van therapie radicale zorg kan worden. Zorg die niet gebaseerd is op een hiërarchie tussen therapeut en cliënt, maar op wisselwerking. Nu tussen mijn afstuderen en mijn nieuwe job, heb ik tijd, tijd tijd en loopt mijn agenda toch boordevol. Ik word vaak gevraagd hoe ik aan die 48u in een dag kom. I do not know. Veel mensen denken dat ik ADHD heb, but I only see it as a blessing. Snap je? Ik heb dat label niet nodig, maar het zou me ook niet verbazen want er is van alles altijd heel veel. En het lijkt van alles en nog wat, maar het komt wel uit de vraag wie ik ben en hoe ik me tot deze wereld verhoud. Dat als basis, en daar zoek ik een antwoord op.” Annalise Nwamaka Delbouille is psycholoog, zetelt in panels (Umoja, Wel Jong, What the Drag,..), speelt in punkband Les Filles Beaux, acteert in het queer theaterstuk PLUS, geschreven en geregisseerd door Ot Beersaerts. Annalise doet drag en maakt plannen voor een open radicale zorghuis. Instagram : @nwamaka__.__ Tekst : Sofie Veramme Foto : Marijn Achten

  • Angelo Tijssens

    Dit is Angelo Tijssens, gay, soms ook gewoon een scenarist. Samen dwalen we door z'n labyrint, hart kloppend om de Minotaurus te slachten en de rode draad te vinden. De Minotaurus is kwaadheid, kwaadheid op de politiek, op verdrukking, op alle aandacht die naar foute systemen en mensen gaat. "Zelfs als Lukas Dhont en ik een film maken over een bijna onmogelijke vriendschap tussen twee jongens dan komt dat vanuit een kwaadheid omdat wij dat verhaal nooit hebben gekregen, 98% van de verhalen in de media gaan daar ook niet over." Z'n tocht voelt niet als een missie naar roem, succes en rijkdom, maar als een andere schakel in de keten van z'n wezen, de odyssee van iemand die gaf en verloor en nog wat gaf, om dan wat verloren ging te mixen en te (her)gebruiken. Hij laat de wereld zien uit de ogen van de minderheid, vanuit de persoon die het moeilijk heeft, hij geeft fragiliteit een gezicht. Het resultaat is empathie. Voor een keer gaat het niet over de (homo)haters en nazi’s en hun perspectief maar word je ingezogen in de wereld van de personages zelf. Als je een bondgenoot wilt worden dan zijn hun films een goede plek om te beginnen. "Ik voel dat ik in wie ik ben en wat ik doe zeer comfortabel ben, maar ik weet ook dat dat niet altijd zo geweest is. Als prille puber in Blankenberge zat ik helemaal vast in de heteronormatieve samenleving. Heteroseksualiteit was gelijk aan neutraliteit. De gay mensen op tv gingen ofwel dood aan aids, werden vermoord of waren variété figuren. Seksuele oriëntatie en gender kunnen niet los van elkaar gezien worden. Non-conform zijn aan heteroseksualiteit gaat daar samen met non-conform zijn aan dominante gender normen; moest ik dan Jimmy B worden? Die gedachte dat de gay community ook gaat over mensen die boeken schrijven, documentaires maken, in het onderwijs staan, achter de vuilkar lopen of bij de bakker werken is pas veel later binnengesijpeld. Nu ben ik soms opzettelijk wat zichtbaarder of wat luider (we praten verder over glitter oogschaduw) want vroeger hoorde ik dikwijls ‘ik wist niet dat je gay was’. Tegenwoordig counter ik dat met, ‘ach zo, vertel eens’ en dan voel je dat mensen oncomfortabel zijn, dat vind ik dan heerlijk.” "Ik denk dat veel mensen uit een minderheid eenzaamheid ervaren. Het gevoel en besef dat je niet alleen bent is een grote stap naar vrijheid. Ik leef van het praten over wat mij frustreert in de wereld, over discriminatie, racisme, het klimaat, LGBTQIA+ thema's. Wie ik ben valt voor een deel samen met m'n werk. Hoe meer je weet, hoe minder je het kunt 'ontweten', je bewustzijn wordt steeds groter en de triggers blijven ook steeds komen. Ik weet dat ik als witte cis man veel meer privileges heb dan pakweg een zwarte trans vrouw en mijn bek opentrekken om die dan ook te gebruiken is het minste wat ik kan doen. Soms is dat ook complex, want je wilt natuurlijk niet voor anderen spreken. Ik heb een platform en een behoorlijke echochamber en dus ook een verantwoordelijkheid. Al zo'n tien jaar geleden schreven we met Ontroerend Goed castings uit voor mensen met een niet-Europese achtergrond, omdat de meeste mensen die uit toneelscholen komen te wit zijn. (kwaad) We moesten daarvoor naar Londen trekken om acteurs van kleur te vinden. Er komt gelukkig wel verandering, maar te traag. En dat willen we mee versnellen: als je mensen zoals jij op het podium ziet, dan denk je misschien sneller: hé, ik kan daar ook staan, dit is óók voor mij een valabele optie. Als je dat wilt tonen aan een publiek van pakweg veertienjarige jongeren in een school in Brussel, dan moet je dat niet doen met een toffe flyer, dan moet je daarnaar handelen. Als we mensen van kleur hebben gecast, dan spelen die ook niet ‘de zwarte persoon’. Hoe ze eruitzien is eigenlijk maar een bijgedachte in de voorstelling, maar een hele belangrijke voor ons en het publiek. Ik heb vroeger vaak gastrollen in series gedaan en op een gegeven moment kreeg ik de vraag om het ‘gay’ personage te komen spelen. Het is heel vervelend om enkel tot dat kleine element van mijn ruime identiteit gereduceerd te worden." “Hoe comfortabeler ik mij voel, hoe minder barrières ik zelf ervaar om te praten over de obstructies die er nog voor anderen zijn. Het werken met wie ik wil, het voelen dat die meerdere stemmen ook één stem vormen, met Lukas of met Ontroerend Goed, versterken dat nog. Als je al onze stemmen samentelt is dat een serieus koor. Lukas gebruikt zijn nog veel ruimere platform om geld in de zamelen voor LGBTQIA+ Le Refuge Bruxelles/Het Opvanghuis in Brussel. Ik zie dat heel veel collega’s dat ook doen. Ali Abbasi heeft net ‘Holy Spider’ gemaakt en er gaat geen interview voorbij zonder dat hij praat over de vrouwen in Iran. Ik ben absoluut geen rare uitzondering en sta niet in de woestijn te roepen, we zijn met veel. Het is tijd dat we de taart herverdelen.” Angelo Tijssens is scenarist, auteur van 'De Randen', co-scenarist van @girl_thefilm en @closebylukasdhont , board member bij @deauteurs , mede bezieler van @ontroerend_goed en teacher bij @schoolofartsgent Tekst : Biem D'hondt Foto : Marijn Achten

  • Son Del Corazon

    Ik praat met Kaatje Bailleul a.k.a. Son Del Corazón over jezelf vinden in Chili, muziek maken, reizen en thuiskomen. “Chili is een religieus land, zeker op het platteland waar ik de meeste tijd doorbracht. Ik heb daar massa’s meisjes leren kennen die totaal in de kast zaten en daar ook nooit uit konden komen binnen hun katholieke of evangelische families. Ik had een lief met evangelische ouders en onze relatie kon nooit officieel worden, voor hen waren we ‘beste vriendinnen’. We waren ‘ziek’, maar ze zagen ons wel graag. In twintig jaar tijd is er enorm veel veranderd onder invloed van sociale media en de beschikbaarheid van informatie. Er zijn toch een aantal mensen die ik ken die nu openlijk gay zijn maar op het platteland blijft het een heel stuk moeilijker. Bij de families die daar al van generatie op generatie wonen ga je nooit echt iemand uit de kast zien komen." Reizen. Volgens Alain De Botton is het een vorm van levenskunst, over de openheid en bereidheid om de wereld op jezelf te betrekken en je af te vragen wat je plaats erin is. “Reizen zijn de vroedvrouwen van onze gedachten”. Volgens Socrates moet je niet verbaasd zijn dat reizen je geen goed doet want wanneer je jezelf meeneemt blijf je opgezadeld met de reden die je wegdreef. Maar wie (lang) reist zal de wereld en dus zichzelf anders gaan zien. Je komt dichter bij de essentie. Eerst vrij letterlijk als je beslist wat wel en niet essentieel is om de koffer in te mogen. Bruno Latour schreef dat de mens zich niet langer buiten de zich omringende werkelijkheid kan plaatsen. Je kijkt van buitenaf, via een venster naar de wereld die niet de jouwe is. Als je langer in die wereld verblijft en door dat venster staart dan ga je een reflectie, een zacht spiegelbeeld van jezelf zien, dat verandert met het licht dat komt en gaat. Voor je er erg in hebt kun je je omgeving niet meer los van je reflectie zien, en ben je met die nieuwe omgeving verbonden. “Al in het middelbaar had ik besloten om de wereld rond te trekken. Ver, heel ver weg. Braaf als ik was ben ik eerst gaan studeren en heb ik m’n diploma behaald. Na m’n studies ben ik vertrokken, alleen, met de rugzak, de wijde wereld in. Zoekend in Zuid-Amerika omdat ik onmiddellijk een hele sterke connectie voelde met de Spaanse taal, ook al was dat toen maar met een mondjevol Spaanse woorden. Die eerste keer wou ik het hele continent doorreizen maar ben ik uiteindelijk in Chili blijven plakken. Tijdens m’n speuren naar meer en anders vond ik onderdak bij mensen thuis, nu 20 jaar later zijn dat nog altijd m’n maten. Alle reizen vertonen min of meer hetzelfde patroon. Zittend op een bankje in het platteland waar nooit veel gringo’s vertoeven, komen de locals langs me zitten om me te vragen of ik niet bang ben, als meisje alleen - neen! - en dan volgt er een avontuur. Dag tot dag mee mogen leven in hun doen en laten, elkaars cultuur exploreren, kijken welke stukjes in elkaar passen. Ondertussen ben ik veel naar Chili teruggereisd en woonde en werkte ik daar ook zes jaar. Die connectie met het land kan ik moeilijk met woorden uitleggen (amoureuze verwikkelingen hebben er ook mee te maken). Het Spaans is een taal die me echt ligt, het is ook taal waarin ik zing. Er zitten veel aaa’s en ooo’s in, die klanken spelen sterk in op deze zones, (wijst naar hart) terwijl Nederlands heel veel medeklinkers bevat, die voelen kort en hard en dat voelt meer als dit (wijst naar haar voorhoofd). Die cultuur werkt voor mij veel meer vanuit gevoel, met plaats voor grote emoties. Ook al is Nederlands m’n moedertaal, dat is niet de taal waarin ik voel, maar de taal van rationaliteit en denken.” “Rond m’n achttiende was er niet alleen die fernweh maar begon ik ook te zingen. Tokkelend op de gitaar werd me verteld dat m’n stem op die van K’s Choice Sam Bettens leek, en mega fan als ik was, ben ik daardoor blijven oefenen. De Spaans - en Engelstalige muziek die ik nu breng zijn een mix van zelfgeschreven songs en covers die me doen voelen of ontroeren. Dat ritme is onder mijn huid gekropen, die vlucht heeft me doen thuiskomen.” “Vroeger deed ik gelijk welke job zodat ik kon reizen, maar dat is veranderd. Als ik mij slecht of goed voel, ik doe niks liever dan zingen. Ik heb altijd een stapje vooruit gezet om dan weer een stapje terug te nemen maar nu doe ik wat ik het liefste doe en daarnaast een job die zinvol is zoals toen ik les gaf aan de Steiner school in Chili. Het is belangrijk om je eigen verhaal te schrijven.” Instagram : @son_del_corazon_ Tekst : Biem D'hondt Foto : Marijn Achten

  • Sofie Veramme

    We spreken elkaar in Gent, lekker achteroverleunend in de zetel, en worden slechts onderbroken door twee dingen, Poezie, de kat, die eerst blaast maar later beslist dat korte knuffels en op tijd en stond wat gepaste aandacht haar goed bevallen, en de boekenkast, die zorgt voor een soort springfiguur-jack-in-the-box-gedrag: ‘Voorzie een uiteenlopende boekencollectie en je nieuwe vriend begint er langs alle kanten voor te springen!’ Al mijmerend en associërend dwalen we van de ene herinnering naar de andere toekomst. Aristoteles had begrepen dat je de werkelijkheid niet kunt begrijpen door haar in stukjes te hakken, en dat verbinden is precies wat Sofie Veramme doet. Lezend en pratend geeft ze betekenis, en voel je de artificiële grenzen tussen onze sociaal-maatschappelijke systemen afbrokkelen. Als ik haar vraag of ze liever naar het verleden of naar de toekomst zou willen tijdreizen dan heeft ze een ‘list of demands’ waaraan eerst voldaan moet worden. “De enige manier waarop ik, ongehinderd door morele bezwaren en volledig binnen de toenmalige tijdgeest, als vrouw naar het verleden zou willen reizen is als rijke en geprivilegieerde telg uit hoge sociale klasse, zodat ik een zekere vrijheid had om me minder van sociale conventies aan te trekken. Je mag me terugsturen als Annemarie Schwarzenbach, een Zwitserse erfgename, avontuurlijke reiziger, schrijver en fotograaf. Ze schreef reisverhalen en romans en was een actief in het literaire antifascistische verzet voor de Tweede Wereldoorlog. Het leest als een leven van Berlijnse losbandigheid, queer decadentie en lesbische tragiek. Met een vrouw langs me en opium op de achterbank in een blitse auto door de Oriënt, dat lijkt me wel wat. In haar reisverslag “Ankuft in Mallorca” schreef ze “was man am meisten liebt, liebt man schon mit dem Schmerz des Abschieds.” Of het nu over reizen of over mensen gaat, liefde, pijn, schoonheid en tragiek worden geboren uit hetzelfde vat. Ik denk niet dat ze gelukkig was, maar de romantische idealisering van haar wilde leven spreekt tot de verbeelding. Het andere uiterste is onverschilligheid en cynisme. Ik heb er geen talent voor, denk ik. Soms word ik overweldigd door alle meningen die ik heb, en hoe iedere verontwaardiging een engagement vereist. Ik wil roepen, wil mensen tonen dat we niet op eilandjes leven maar samen in de buik van de geschiedenis zitten. We zijn onderling verbonden door eeuwenoude structuren die zich vandaag uiten in racistische en kapitalistische systemen, een joekel van een patriarchaat, onderdrukking en roofbouw op ons ecosysteem. Ik voel me vaak breekbaar in mijn activisme. Ik twijfel vaak, en ik ben ervan overtuigd dat iedereen altijd met de beste bedoelingen handelt en niemand moedwillig kwaad doet. Het ontbreekt gewoon vaak aan empathie, denk ik, en mensen maken daardoor vaak denkfouten. Een van de grootste denkfouten is het vertrekken vanuit een absoluut gelijkheidsprincipe. Alles en iedereen is hierin lineair volledig gelijk waardoor de gevolgen van impliciete ongelijkheid niet erkend worden. De idee heerst dat iedereen dezelfde mogelijkheid heeft om met soortgelijke inspanningen een waardig en aangenaam leven op te bouwen, alsof er geen kansarmoede, racistische vooroordelen of neurodivergentie bestaan. Alsof alles organisch wel in orde komt, bijvoorbeeld dat het openbaar vervoer voor iedereen vlot toegankelijk zou worden. Het verzet tegen quota, positieve discriminatie of bijvoorbeeld flinta-avonden wordt hierop gebaseerd. Dat quota en safe(r) spaces net tot stand komen om ongelijkheid te corrigeren, wordt in de argumentatie van de tegenstanders zelfs ontkend. Er wordt een valse symmetrie getrokken tussen de (negatieve) discriminatie waarmee minderheden bewust of onbewust onzichtbaar worden gemaakt en (positieve) discriminatie waarmee deze minderheid zich versterkt. Een valse symmetrie tussen stilte en stem dus, tussen passief en actief. Mensen die zich beroepen op deze absolute gelijkheid vergeten dat discriminatie niet ophoudt zodra de legale drempels zijn weggewerkt, of zodra iemand uit een minderheid mee aan tafel kan zitten. Organisaties en mensen opereren niet in een vacuüm. Bestaande machtsverhoudingen en uitsluitingsmechanismen worden overgenomen uit de maatschappij. Ook binnen minderheidsgroepen werken verschillende lagen van onderdrukking verder. We moeten het gesprek aangaan over schijnbaar onzichtbare vormen van uitsluiting. We moeten het gesprek voeren over de vormen die macht aanneemt, en hoe die zich in stand houden. En we moeten dat blijven doen. Er wordt nog te vaak vertrokken vanuit de meerderheid om het zogenaamde redelijke midden te definiëren. Wie bescherm je als je niet ingrijpt in een toxische omgeving? Bescherm je de luidste roepers, zij die gewoon zijn gehoord te worden en ook dat recht opeisen, of bescherm je de mensen die zich stilletjes terugtrekken en vermoeid of ziek afhaken? Geef je de usual suspects de meeste kansen, of zorg je dat iedereen in een warme, gezonde en stimulerende omgeving kan leven? Hoe willen we onze maatschappij vorm geven? Mijn activisme vertrekt vanuit die vraag. Ik hoop dat mijn twijfel zich ook in de hoofden van machthebbers kan nestelen, dat zij ook de nodige vragen stellen. Want structuren bestaan uit mensen, en de hoofden en handelingen van mensen. En mensen kunnen veranderen. Alleen moeten ze soms een geweten geschopt worden. Sofie Veramme is functioneel analist voor Werkplaats Immaterieel Erfgoed, panelspeaker, activist en schrijver voor Cavalier Queer. Instagram : @tot_zover Inleiding : Biem D'hondt Tekst : Sofie Veramme Foto : Marijn Achten

bottom of page