top of page
Biem D'hondt

Uwi Van Hauwermeiren

Trap of lift? We klauteren de trap op, want waarom makkelijk doen als het ook moeilijk kan? De trap blijkt net iets hoger te klimmen dan verwacht en onze benen trillen van voldoening wanneer we genieten van het uitzicht over Gent. Ik spreek met Uwi (die/hun), sierlijk, welbespraakt en zo innemend dat ik m’n vragen vergeet. De tijd lijkt hier stil te staan, maar vliegt eigenlijk voorbij. Het zonlicht schildert de muren, zorgvuldig uitgekozen planten verfrissen de ruimte, het is een bijzonder mooie en serene kunstmatige constructie waar ik me heel graag door laat indoctrineren.

Uwi was een tijd woordvoerder voor ‘Wel Jong’ en geeft nu vormingen over inclusie en diversiteit. Opgepoetste slogans maken zo plaats voor onderzoeken, vragen, twijfels en openingen. Die vormingen gaan onder andere over de aandachtspunten bij het opstellen van vacatures; laten mensen stilstaan bij racisme, stellen vragen bij verschillende soorten discriminatie; microagressies en openlijke agressie, zowel bij bedrijven als tijdens bewustwordingscampagnes. Hoe buigen we de toekomst om?


“Ik had lang niet gedacht dat ik beroepsmatig zou praten over zaken zoals anti-racisme. Jaren na m’n werk bij ‘Wel Jong’ stuitte ik op de job die ik nu heb: het geven van vormingen over inclusie op de werkvloer. Hier kreeg ik de verantwoordelijkheid voor thema's zoals racisme, discriminatie en validisme.


Dat is dikwijls heel concreet, als je bijvoorbeeld vacatures opstelt, vormen we onze beeldcultuur en bepalen we mee hoe de wereld om ons heen wordt afgebeeld en wie zich hierin als publiek kan herkennen. Maar ook wat het betekent om ‘meer diverse’ vrijwilligers aan te trekken? Als je diversiteit binnenhaalt die op jullie lijkt, dan heb je eigenlijk geassimileerde diversiteit. Wil je een weerspiegeling van de maatschappij, maar hoe ziet jouw maatschappij er uit? Waar publiceer je je vacatures? In lokale weekbladen? Wat is dus je doelpubliek?

Als een bedrijf inclusiestappen wil nemen, moet dat heel doelgericht gebeuren. Simpelweg ‘nee zeggen tegen discriminatie’ is niet voldoende. Concrete handvaten zijn nodig, geen vage tips.”


Uwi groeide op in een open sfeer, met vrienden en een jeugdhuis die samen met hen ‘anders’ dachten. Veilig om hun seksualiteit in vrijheid te ontdekken, zonder angst voor (al te) negatieve reacties. Een wereld van vriendschap en verbeelding waar liefde teder mag zijn.

“Tot mijn 18e was ik niet zo bezig met m’n afkomst. Ik ben geadopteerd en groeide op in een klein dorp. Mijn sociale omgeving was overwegend wit. Mensen zeiden vaak dat ze me niet als een persoon van kleur zagen. Nu vind ik dat problematisch, destijds vond ik dat wel leuk, want dan moest ik daar niet over nadenken. Thuis zijn we met meerdere kinderen geadopteerd, en af en toe kregen m’n ouders opmerkingen zoals: “Zijn die allemaal van u?”.


Pas toen ik ging studeren en niet meer in mijn dorp woonde, besefte ik dat nieuwe mensen niet wisten dat ik een witte opvoeding had, en witte ouders. Op mijn werk stelden collega's vragen als: "Wat eten jullie?" Tot dan hechtte ik altijd meer belang aan mijn seksualiteit dan aan mijn afkomst en kleur. Ik ben Uwi en ik ben niet hetero. Het was niet "Ik ben Uwi en ik ben een zwart persoon”.


De échte innerlijke vragen over mijn afkomst ontstonden toen ‘Wel Jong’ me vroeg om hun woordvoerder te worden. Ik vond aanvankelijk dat ik als persoon van kleur niet hun vertegenwoordiger kon zijn, omdat ik mijn eigen geschiedenis en cultuur niet kende. Ik wist niet hoe het was om ouders te hebben met een migratieachtergrond. Daarnaast wou ik ook meer weten over m’n land van afkomst en m’n adoptie geschiedenis. Zo leerde ik Nyira (Nyiragasigwa Hens) kennen, bezieler en medeoprichter van ‘Rwanda en zoveel Meer’, een belangengroep die zich inzet voor Rwandese diaspora.


Ik ben ook enige tijd bezig geweest met het verkennen van mijn genderidentiteit. Ik had mijn voornaamwoorden al veranderd naar ‘die/hun’ en besloot daarna ook mijn voornaam te veranderen naar ‘Uwi’, een afkorting van m’n genderneutrale geboortenaam.

Ik stond op de wachtlijst van het UZ Gent bij het interdisciplinair Genderteam voor een borstverwijdering, maar die wachttijden waren immens. Een vriend vertelde me dat die een chirurg had gevonden buiten het UZ om. Ook kon ik terecht bij een eigen psycholoog dus hoefde ik niet per se op de wachtlijst te staan.


Na de ingreep kreeg ik voor de eerste keer een partner die ook non-binair was, en ik besefte in die periode dat ik me vroeger in lesbische relaties niet comfortabel voelde als vrouw- met-vrouw, en al helemaal niet in een relatie met cis mannen. Nu pas ervaarde ik een evenwicht.


Ik heb een jaar lang testosteron genomen want ik wou een lagere stem. Daarvoor was ik niet meteen de sterkste in huis, ik ben een spriet (lacht). Maar opeens kon ik die kast de trap opdragen. Waar kwam dat vandaan? Bij hoge en bij lage testosteron levels was ik moe, dus kort bij de prik en als ik bijna een nieuwe moest krijgen.

In het begin nam ik testosterongel, dat is een soort bodylotion met een pompje en een afgemeten dosering. Maar daarna ben ik overgestapt op injecties die eens in de drie maanden worden gegeven. Aan het einde van de reis, was ik blij met wie ik in de spiegel zag, maar ik vroeg me af hoe ik met mijn identiteit kon leven in de samenleving, buiten m’n eigen bubbel van sensitieve mensen. Mijn psycholoog suggereerde dat ik wellicht niet neurotypisch ben. Ze vertelde dat veel van mijn vragen niet gewoon ‘quirky’ waren, maar eerder het gevolg van ADHD en mogelijk ook autisme. Het interessante is dat ik de afgelopen twee jaar veel mensen heb ontmoet die ook ADHD of autisme hebben. Nu ik dat kan plaatsen voel ik me gelukkiger en comfortabeler in sociale situaties. Ik heb geleerd om mezelf te accepteren en te begrijpen waarom ik me anders voelde.”


Instagram : @uwi.tempspournous


Tekst : Biem D'hondt

Foto's : Marijn Achten


Comments


bottom of page