Fleur Pierets
- Biem D'hondt
- 6 feb
- 10 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 8 sep
NL (English below):
We dobberen in de Noordzee. Drijvend op de rug, armen wijd gespreid, boven ons een stralend blauwe lucht, doorspekt met wolken. Het zoute water draagt ons, terwijl onze lichamen zich overgeven aan de stroming.
‘Zou dat zeewier zijn?’
‘Ik denk het.’
‘Zullen we misschien toch even het interview doen?’
Ik praat met Fleur — schrijver, kunstenaar en onvermoeibare mensenrechtenactivist.
‘We zouden dankbaar moeten zijn voor wat we al bereikt hebben.’ Daarmee wordt ons stilletjes verteld dat we onze mond moeten houden en moeten stoppen met vechten voor meer. Want gelijkheid tussen mannen en vrouwen bestaat toch al? Bijna.
Zolang macht en mannelijkheid gepaard gaan, is er geen natuurlijke plek voor vrouwen binnen de macht. Sluit je ogen en stel je een succesvolle politicus voor. Een professor. Wie zie je? Wat zie je? Jouw perceptie van macht. Iedereens perceptie van macht.

“We have to be more reflective about what power is, what it is for, and how it is measured. To put it another way, if women are not perceived to be fully within the structures of power, surely it is power that we need to redefine rather than women?”
- Mary Beard
De geschiedenis van het feminisme kent verschillende golven, elk met hun eigen verdiensten en tekortkomingen. ‘Dit houdt me de laatste tijd erg bezig,’ vertelt Fleur. ‘We hebben door de tijd heen verschillende vormen van feminisme gekend. De eerste feministen waren niet inclusief voor mensen van kleur. Dat wordt hen nu terecht aangerekend. Door hun strijd zijn we wel kunnen groeien, stap voor stap.’
‘Het probleem met het huidige feministische discours,’ legt ze uit, ‘zijn onze conceptualiseringen van macht. We streven naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen, wat betekent dat vrouwen evenveel macht moeten hebben als mannen. Maar we begaan de fout door de mannelijke vorm van macht te kopiëren. Neem Angela Merkel — mensen zeiden altijd trots dat ze 'one of the guys' was. Maar moeten we dat willen? Moeten we streven naar een systeem waarin vrouwen alleen succesvol kunnen zijn als ze zich aanpassen aan mannelijke machtsnormen? Ik denk dat het tijd is voor een nieuwe golf van feminisme waarin we onze definitie van macht herbekijken. Anders moeten we werken met een vorm van macht die niet van ons is, die niet strookt met wie we zijn en wat we kunnen bereiken.’

Fleurs kijk op macht en leiderschap leest als een blauwdruk voor een feministische revolutie die we al decennia beloofd zijn, maar nooit écht kregen. Het klinkt als een echo van Simone de Beauvoir, die al in de jaren '40 de vinger op de wonde legde: vrouwen worden niet als gelijkwaardig gezien, maar als de eeuwige ‘Ander' — slechts bestaand in relatie tot de man, waarbij 'man' vaak synoniem staat voor ‘mens’.
Hier zijn we, anno 2024, nog altijd vastgeroest in hetzelfde keurslijf: vrouwen kunnen pas écht meedoen als ze een soort culturele drag act opvoeren. ‘Meer vrouwen aan de top’ lijkt eerder een mondaine slogan dan een teken dat er werkelijk iets fundamenteel veranderd is. Dit is de paradox: we eisen meer vrouwen aan tafel, maar die tafel is door mannen ontworpen — van het rooien van de bomen tot het zagen van de balken en het slaan van de nagels. Wat als het niet gaat om nog een stoel erbij te schuiven aan diezelfde tafel, maar om een compleet nieuw meubelstuk te ontwerpen?
‘Als je vraagt wat onze definitie van macht zou moeten zijn, denk ik letterlijk aan sisterhood, aan communities,’ zei Fleur eerder in ons gesprek. ‘Is het ook niet tijd dat het burgemeesterschap een collectief wordt, in plaats van één persoon die de hele structuur bepaalt? Naast die man moet een vrouw staan, moet iemand van kleur staan, moet een arbeider staan. Het gaat erom hoe we een stad inclusief maken voor iedereen, niet alleen voor sommigen. Voor mij is dat de nieuwe golf van feminisme die moet komen: vrouwen die elkaar echt ondersteunen en meenemen.’
Dat alternatief dat Fleur voorstelt — macht gebaseerd op community en wederzijdse steun — vindt zijn theoretische wortels in het onderscheid tussen 'power-over' en 'power-to'. Dit conceptuele raamwerk, voor het eerst gearticuleerd door Mary Parker Follett en later uitgewerkt door Hannah Arendt, biedt een fundamenteel andere kijk op wat macht kan zijn. ‘Power-over’ is de harde machtsvorm die we kennen: boven iemand staan, overwicht hebben, en controleren. Een machtsspel als synoniem voor mannelijkheid.
Maar stel dat we die macht nu eens ontleden? Als het geen pronkerige staf meer is, maar iets dat iedereen kan hanteren, dan krijgen we een ‘power-to’: het vermogen om anderen op te tillen, samen te groeien. Macht moet losgekoppeld worden van publiek prestige, charisma en celebrity, van iets dat je kunt bezitten en over anderen kunt uitoefenen.
Deze smalle definitie van macht creëert een ‘glazen plafond’ waar vrouwen, als collectief, moeilijk doorheen kunnen breken. Maar als je macht herdefinieert van bezit naar vermogen, als iets dat kan groeien, empowerment door samenwerking, dan erken je de diverse manieren waarop vrouwen al macht uitoefenen, zelfs buiten de traditionele machtsstructuren. Geen glazen plafond om door te breken, maar een lift die iedereen mee naar boven neemt.
Fleur leeft die visie al: 'Als er voor mij een deur opengaat, neem ik vijf vrouwen mee. Die vijf vrouwen kunnen dan weer vijf andere vrouwen meetrekken. Zo wordt de cirkel steeds groter.’ Het gaat verder dan alleen gender: ‘Als queer persoon probeer ik bewust queer-owned businesses te ondersteunen. Als je toch geld uitgeeft, als je dan toch die tattoo laat zetten, dan liever bij queer female-owned businesses.’
Zorgen en verzorgd worden — typisch 'vrouwelijk' werk en dus ondergewaardeerd — biedt misschien wel het meest menselijke model voor echte macht. Wat als zorg niet het onderspit delft, maar juist de blauwdruk vormt voor een nieuwe vorm van macht? Macht als steunpilaar. Virginia Held’s concept van transformatieve groei ontstaat wanneer je macht inzet om anderen te helpen groeien in plaats van ze te beperken of te controleren. Een macht die floreert in wederkerigheid, sterker nog, die in kracht toeneemt naarmate meer mensen kunnen delen in het succes.

Fleur kijkt optimistisch naar de huidige tijdsgeest. ‘We zitten in een extreme overgangsfase waarin veel aan het veranderen is. Onze taal verandert, net als onze kijk op inclusie. En ja, die relatief snelle verandering zorgt ook voor veel tegenwind. Mensen zeggen: 'Ik moet ineens 'hun' zeggen, wat is dat allemaal?' Maar het is geen rocket science, je kunt dat ook wel leren. Taal verandert constant - we spreken ook niet meer zoals vijftig jaar geleden."
Ze ziet een duidelijke link met economische onzekerheid. ‘Als de economie goed draait, delen mensen makkelijk. Nu alles wankel is, houdt iedereen vast aan wat ze bang zijn te verliezen. En dan grijpen we altijd terug naar dezelfde zondebokken: vrouwen, queer personen, mensen van kleur - altijd dezelfde groepen, maar dan in omgekeerde volgorde.’
Toch blijft ze hoopvol: ‘We leven in een boeiende tijd. Ik denk dat we een tipping point naderen waarop mensen gaan denken: ‘Ah, nu snap ik het.’’ Die hoop put ze uit haar ervaringen als educator: ‘Als ik lezingen geef, komen er steeds vaker mannen naar me toe met ‘Ik wist helemaal niet dat vrouwen daar tegenaan lopen. Ik ga daar echt op letten.’ Dan zeg ik: ‘Fijn, maar wil je dat ook tegen je vrienden zeggen?’ Want daar gaat het om: het doorgeven van inzicht.’
Het belang van progressieve bewegingen blijft ze benadrukken, zelfs - of juist - in tijden van toenemende polarisatie. ‘Zonder 'woke' hadden vrouwen nog steeds geen stemrecht, mochten we geen bankrekening openen zonder toestemming van onze echtgenoot, en konden we niet erven. Dát hebben progressieve bewegingen bereikt.’
Op 15 maart presenteren Fleur Pierets en Kirsten van Teijn: A Queer Night in Arenberg, Antwerpen. Fleur stelt er haar 'State of the Queers voor', Kirsten speelt 'Jaloezie is een bitch' en Cavalier Queer opent er een tentoonstelling. Van harte welkom!
Fleur Pierets
Tekst: Biem D'hondt
Foto: Marijn Achten
________________________________________________________________________
ENG:
We drift in the North Sea. Floating on our backs, arms spread wide, above us a brilliant blue sky threaded with clouds. The salt water bears us as our bodies surrender to the current.
‘Is that seaweed?' 'I think so.' 'Perhaps we should do the interview now?'
I'm speaking with Fleur — writer, artist, and indefatigable human rights activist.
'We should be grateful for what we've already achieved.' This is how we're quietly told to shut our mouths and stop fighting for more. Because equality between men and women already exists, doesn't it? Almost.
As long as power and masculinity are intertwined, there is no natural space for women within power. Close your eyes and picture a successful politician. A professor. Whom do you see? What do you see? Your perception of power. Everyone's perception of power.
"We have to be more reflective about what power is, what it is for, and how it is measured. To put it another way, if women are not perceived to be fully within the structures of power, surely it is power that we need to redefine rather than women?" - Mary Beard
The history of feminism knows different waves, each with their own merits and shortcomings. 'This has been preoccupying me greatly lately,' Fleur tells me. 'Throughout time, we've known different forms of feminism. The first feminists were not inclusive of people of color. They are rightfully held accountable for that now. Through their struggle, we were able to grow, step by step.'
'The problem with current feminist discourse,' she explains, 'lies in how we conceptualize power. We strive for equality between men and women, which means women should have as much power as men. But we make the mistake of copying the masculine form of power. Take Angela Merkel — people always said proudly that she was "one of the guys." But should we want that? Should we strive for a system where women can only succeed by adapting to masculine power norms? I think it's time for a new wave of feminism in which we reconsider our definition of power. Otherwise, we must work with a form of power that isn't ours, that doesn't align with who we are and what we can achieve.'
Fleur's perspective on power and leadership reads like a blueprint for a feminist revolution we've been promised for decades, but never truly received. It echoes Simone de Beauvoir, who already laid her finger on the wound in the 1940s: women are not seen as equals, but as the eternal 'Other' — existing only in relation to man, where 'man' often stands synonymous with 'human.'
Here we are, in 2024, still trapped in the same straitjacket: women can only truly participate if they perform a kind of cultural drag act. 'More women at the top' sounds more like a fashionable slogan than a sign that something has fundamentally changed.
This is the paradox: we demand more women at the table, but that table was designed by men — from felling the trees to sawing the beams and driving the nails. What if it's not about sliding another chair up to that same table, but about designing an entirely new piece of furniture?
'When you ask what our definition of power should be, I think literally of sisterhood, of communities,' Fleur said earlier in our conversation. 'Isn't it time that mayorships become collectives, instead of one person determining the entire structure? Beside that man should stand a woman, should stand someone of color, should stand a worker. It's about how we make a city inclusive for everyone, not just for some. For me, that's the new wave of feminism that must come: women who truly support and bring each other along.'
The alternative that Fleur proposes — power based on community and mutual support — finds its theoretical roots in the distinction between 'power-over' and 'power-to.' This conceptual framework, first articulated by Mary Parker Follett and later developed by Hannah Arendt, offers a fundamentally different view of what power can be.
'Power-over' is the hard form of power we know: standing above someone, having dominance, controlling. A power game synonymous with masculinity.
But what if we were to dissect that power? If it's no longer a ceremonial staff, but something everyone can wield, then we get 'power-to': the capacity to lift others up, to grow together. Power must be decoupled from public prestige, charisma and celebrity, from something you can possess and exercise over others.
This narrow definition of power creates a 'glass ceiling' that women, as a collective, struggle to break through. But if you redefine power from possession to capacity, as something that can grow, empowerment through collaboration, then you acknowledge the diverse ways women already exercise power, even outside traditional power structures. No glass ceiling to shatter, but an elevator that lifts everyone together.
Fleur already embodies this vision: 'When a door opens for me, I bring five women with me. Those five women can then bring five other women along. That's how the circle keeps expanding.' It goes beyond gender alone: 'As a queer person, I consciously try to support queer-owned businesses. If you're spending money anyway, if you're getting that tattoo anyway, then preferably at queer female-owned businesses.'
Care and being cared for — typically 'feminine' work and therefore undervalued — perhaps offers the most humane model for genuine power. What if care doesn't get the short end of the stick, but actually forms the blueprint for a new form of power? Power as foundation. Virginia Held's concept of transformative growth emerges when you deploy power to help others flourish instead of limiting or controlling them. A power that thrives in reciprocity, stronger still, that gains strength as more people can share in success.
Fleur looks optimistically toward the current zeitgeist. 'We're in an extreme transition phase where much is changing. Our language is changing, as is our perspective on inclusion. And yes, that relatively rapid change also creates significant backlash. People say: "I suddenly have to say 'they,' what is all this about?" But it's not rocket science, you can learn that too. Language constantly evolves — we don't speak the way we did fifty years ago either.'
She sees a clear connection with economic uncertainty. 'When the economy is thriving, people share readily. Now that everything is precarious, everyone clings to what they fear losing. And then we always fall back on the same scapegoats: women, queer people, people of color — always the same groups, but in reverse order.'
Yet she remains hopeful: 'We live in a fascinating time. I think we're approaching a tipping point where people will think: "Ah, now I understand."' She draws this hope from her experiences as an educator: 'When I give lectures, increasingly men approach me saying "I had no idea women faced that. I'm really going to pay attention to that." Then I say: "Wonderful, but will you also tell your friends?" Because that's what it's about: passing on insight.'
She continues to emphasize the importance of progressive movements, even — or especially — in times of increasing polarization. 'Without "woke," women still wouldn't have voting rights, we wouldn't be allowed to open bank accounts without our husband's permission, and we couldn't inherit. That's what progressive movements have achieved.'
Fleur Pierets
Text: Biem D'hondt
Photo's: Marijn Achten


